Juridisch ouderschap vrouwelijke partner moeder

De vrouwelijke partner van de moeder – duo- of meemoeder – kan zonder een procedure bij de rechter juridisch ouder van een kind worden. Zij kan onder omstandigheden van rechtswege (dus automatisch) juridisch ouder worden en anders is het voor haar mogelijk om door erkenning het juridisch moederschap te verkrijgen. Een adoptieprocedure is niet meer nodig. Door de nieuwe wet sluit het juridisch ouderschap beter aan op de feitelijke verzorgings- en opvoedingssituatie van een kind van lesbische ouders. Naast het biologisch ouderschap, biedt ook het sociale ouderschap grond voor familierechtelijke betrekkingen.

De juridische positie van kinderen geboren in lesbische relaties zijn door de nieuwe wet vrijwel gelijk aan die van kinderen die in heteroseksuele relaties worden geboren.

Het moederschap van de duomoeder ontstaat van rechtswege als de duomoeder is gehuwd of een geregistreerd partnerschap heeft met de biologische moeder én als sprake is van een anonieme donor. In alle andere gevallen kan de duomoeder het kind erkennen, met toestemming van de biologische moeder.

Indien de zaaddonor het kind ook zou willen erkennen, maar daarvoor geen toestemming krijgt van de biologische moeder, dan kan hij de rechter verzoeken om vervangende toestemming te verlenen voor erkenning. Dit verzoek kan slechts succesvol zijn, indien de donor in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind.

De duomoeder die als levensgezel heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, wordt gelijk gesteld aan de mannelijke levensgezel van de biologische moeder. Hierdoor wordt het voor de biologische moeder mogelijk om het moederschap van de duomoeder gerechtelijk te laten vast te stellen, waardoor de duomoeder ook alimentatieplichtig wordt tegenover het kind.

Deze regels gelden niet voor ouderschap van twee mannen, omdat een kind niet geboren kan worden binnen een relatie van twee mannen.

De positie van kinderen geboren in lesbische relaties zijn vrijwel gelijk aan die van kinderen die in heteroseksuele relaties worden geboren.
Het moederschap van de duomoeder ontstaat van rechtswege als de duomoeder is gehuwd met de moeder van het kind en duidelijk is dat de biologische vader van het kind geen rol zal spelen in zijn verzorging en opvoeding. In alle andere gevallen kan de duomoeder het kind erkennen.
De mogelijkheid om de rechter te verzoeken om vervangende toestemming voor erkenning geldt ook voor de zaaddonor die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind. Daarnaast wordt de duomoeder die als levensgezel heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, gelijk gesteld aan de mannelijke levensgezel. Daarmee is er grond om het moederschap van de duomoeder gerechtelijk vast te stellen en wordt de duomoeder ook alimentatieplichtig tegenover het kind.

Deze regels gelden niet voor ouderschap van twee mannen, omdat een kind niet geboren kan worden in een relatie van twee mannen.